De Reestlandhoeve

De Reestlandhoeve in Balkbrug viert dit jaar het porseleinen jubileum. Twintig jaar geleden begonnen als pioniers in de druiventeelt om wijn te maken, heeft de familie Huisman hun ‘Reestlandhoeve’ uitgebouwd tot een succesvol bedrijf. Hun wijnen kunnen zich meten met de internationale top.

Wie op een zwoele zomeravond langs de wijngaarden van de ‘Reestlandhoeve’ wandelt, en héél goed luistert, kan de tonen van klassieke muziek horen. Tussen de druivenranken staan een aantal geluidsboxen opgesteld waaruit in het groeiseizoen de barokke melodieën zachtjes klinken. De geluidsgolven die de muziek voortbrengt, veroorzaakt een lichte trilling in de met vocht gevulde druiven waardoor de groei wordt bevorderd. Wilma Huisman licht toe: ‘Zo’n acht jaar geleden teelden we een nieuw druivenras dat hier aanvankelijk niet goed gedijde, de druiven groeiden niet goed. Ik ben me gaan verdiepen in mogelijke oorzaken en oplossingen. Al googelend kwam ik de suggestie tegen dat muziek zou kunnen helpen, in Zuid-Afrika en in Italië zijn al wijngaarden die met muziek bezig zijn. We plaatsten de geluidsboxen en het bleek te werken. Vanaf dat seizoen hadden we een prima oogst en omdat het zo goed uitpakte, klinkt er sindsdien elk jaar klassieke muziek in de wijngaard.’

Nieuwe keuzes maken

Het tekent de aanpak, van niet altijd de gebaande paden volgen, van de familie Huisman, Wilma en John met zoon Bas en dochter Lynn. Wilma en haar echtgenoot John leken ooit voorbestemd om melkveehouders te worden toen ze het boerenbedrijf van de ouders van John in Balkbrug overnamen. Ze maakten er een biologische melkveehouderij van maar toen John met een hernia kampte, moesten ze nieuwe keuzes maken. ‘Eind jaren negentig was er binnen de landbouw moeilijk een tak te vinden waar toekomst in zat,’ legt Wilma uit, ’we dachten dat in een wijngaard misschien potentie zat, maar zeker wisten we dat niet. De druiventeelt bestond op dat moment in Nederland vooral onder de rivieren, en heel langzaam is dat uitgebreid richting uit noorden, boven de rivieren. Er waren destijds meer boeren die een alternatief voor hun bedrijf zochten. In Twente werd subsidie verstrekt en vooral daar zijn toen meerdere wijngaarden aangeplant. John en ik hebben verschillende cursussen en opleidingen gedaan om voldoende kennis op te doen. Het telen van druiven om wijn van te maken had onze interesse, als liefhebberij.’ In 2001 waren de laatste koeien vertrokken en begonnen John en Wilma met het aanplanten van druivenstokken, eerst anderhalf hectare en later nog eens anderhalve hectare. Tussen het moment van planten van een druivenrank en het openen van een fles wijn zit vijf jaar. De schuren bij de boerderij werden in die overbruggingstijd gebruikt voor de opfok van jongvee, totdat de wijnproductie op gang was gekomen.

Druivenrassen in het Nederlandse klimaat

John en Wilma stonden eerst voor de vraag welke druivenrassen er verbouwd zouden worden: ‘Het moesten rassen zijn die de Nederlandse kou konden verdragen. Klimaat speelt een belangrijke rol waardoor we voor hybride rassen kozen. Hoe meer zonuren een druif krijgt, hoe beter het groeit. De smaak van de druif, en uiteindelijk de wijn, wordt voor een groot deel bepaald door de bodem waarop de rank groeit. Wij zitten hier op goede grond, zandgrond dat oerijzer bevat, dat is typisch voor het Reestdal. Het geeft onze wijn een karakteristieke, mineralige smaak. In Nederland gebruiken de meeste wijnboeren dezelfde druivenrassen om wijn van te maken maar toch heeft elke wijn een eigen smaak. Dat komt dus vooral door de stoffen die de druiven opnemen vanuit bodem.’ In Duitsland zijn gespecialiseerde bedrijven die op bestelling wijnstokken enten. Deze bedrijven bootsen de omgeving en bodemsoort van de klant na om gezonde druivenranken te kunnen leveren. Dat kost tijd: John en Wilma hebben vorig jaar een bestelling gedaan van de Cabernet Noir druif. De wijnstokken met deze druif zullen in 2025 worden geleverd: ‘Twintig jaar geleden zijn we begonnen met de Regent- en de Solarisdruif. Bij de tweede aanplant kwam daar ook de Johanniter en Muscat Bleu bij.

De kleur van de wijn

Wat misschien niet iedereen weet is dat van zowel witte als blauwe druiven, wit sap komt. De kleur van rode wijn komt van de schil en pitten van de rode druiven die tijdens het rijpen met het sap zijn vermengd. De duur van het ‘schilcontact’ bepaalt mede de uiteindelijke kleur. Zo kan met kort schilcontact rosé wijn worden gemaakt, alhoewel de donkere Regent druif bij persing al rosé wijn geeft. Witte wijn wordt in principe niet met schil en pitten gerijpt zodat de wijn wit of gelig van kleur blijft. Als witte wijn wel met schil op vat gaat, dan kan het de zogenaamde ‘orange wine’ geven. En er zijn zelfs druivensoorten die, met inwerking van de schil, een rozige kleur wijn opleveren. In de schil en pitten van rode druiven zit ook tannine, of looizuur, die de rode wijn een wat wrange smaak geeft. Voor de mensen die liever wat zachtere rode wijn drinken, geeft Wilma het advies om de rode wijn weg te leggen, soms zelfs een aantal jaren: ‘Tannine in de wijn wordt na verloop van tijd minder overheersend. Een fles rode wijn afgesloten met een kurk kan, onder de juiste omstandigheden, jaren bewaard worden en hoe langer rode wijn ligt, hoe zachter de smaak zal zijn.’

Leermomenten

John en Wilma hebben in de beginjaren het vak met vallen en opstaan onder de knie gekregen. Nachtvorst was een spookbeeld want met een flinke nachtvorst in het voorjaar kon de hele bloei afsterven: ‘In 2005 was alles afgevroren. De plant loopt dan wel voor een tweede keer uit, maar dat is niet ideaal. We hebben een poel gegraven om water uit te putten om de ranken te kunnen besproeien tegen vorst. Maar toen het ging vriezen, en we water nodig hadden, bleek de poel te zijn leeggelopen. Sinds twee jaar hebben we een volautomatisch systeem dat aanslaat zo gauw de temperatuur onder het nulpunt dreigt te zakken. Alle ranken worden dan beneveld zodat de bloesem niet bevriest.’ Nachtvorst is niet de enige dreiging voor een goede oogst, ook insecten, vogels en schimmels geven een minder goede opbrengst. Tegen spreeuwen, die een druif wel een smakelijke snack vinden, kunnen netten worden gespannen. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw maakt de Suzuki fruitvlieg in Nederland een opmars. De vlieg legt eitjes in de druiven waarna de larven schade aanrichten in de druif. Tegen die vlieg is niet heel veel te doen, zegt Wilma: ‘De aangetaste druiven weghalen en zo snel mogelijk oogsten zijn eigenlijk de enige maatregelen die we kunnen nemen.’

Van handmatig plukken naar machinaal

De druiven worden in het najaar geplukt, meestal met de hand, maar dit jaar heeft de familie Huisman voor het eerst een loonwerker uit Twente laten komen met een druivenplukmachine en dat is ze volgens Wilma heel goed bevallen. De druiven gaan naar een wijnmaker in Bentelo waar ze worden geperst en gist aan het sap wordt toegevoegd. De toevoeging van gist zorgt ervoor dat uit de suiker van het druivensap alcohol wordt gevormd. Na gisting wordt wijn op het vat gerijpt. John en Wilma gaan in deze periode regelmatig naar de wijnmaker toe om hun wijn te proeven en de smaak zo nodig bij te sturen: ‘Als wijngaard wil je graag elk jaar ongeveer dezelfde wijn leveren, alhoewel elk jaar wel een ander accent heeft. Het is ongewenst als mensen een wijn uit een bepaald jaar kopen en die lekker vinden, diezelfde wijn van een ander jaar totaal anders smaakt. Je wilt graag een karakteristieke, maar wel redelijk uniforme, smaak van je wijn.’ Door de klimaatverandering wordt het in Nederland steeds warmer, betekent dit het telen van druiven ook gemakkelijker is? Volgens Wilma is de klimaatverandering niet zozeer beter voor het verbouwen van druiven, maar anders omdat het weer grilliger is geworden: ‘We hadden bijvoorbeeld een paar jaar hele droge zomers. Druiven kunnen door felle zon verbranden. Volwassen wijnstokken zijn zo diep geworteld dat ze meestal wel bij het grondwater kunnen komen. Druiven zijn tegenwoordig wel sneller rijp. Waar we voorheen in oktober pas gingen plukken, was dat vorig jaar al in augustus.’

Internationale wijnkeuring

Elk jaar nemen de Reestlandhoeve wijnen deel aan AWC Austria, de grootste internationale wijnkeuring in Oostenrijk. Wijnen vanuit de hele wereld worden daar getest en krijgen, aan de hand van bepaalde kwaliteitsstandaarden, een medaille. ‘In het begin deden we mee omdat we wilden kijken of onze wijn zich kon meten aan internationale standaarden. Twintig jaar geleden werd Nederlandse wijn met scepsis en ook wel cynisme ontvangen. Dat is nu niet meer zo. We hebben de afgelopen jaren meerdere gouden medailles gekregen voor onze wijnen, dat betekent dat ze aan de hoogste eisen voldoen. Ook andere Nederlandse wijnmakers doen het goed. Wat dat betreft heeft Nederland zich wel bewezen als uitstekend wijnland.’ Ook in eigen land krijgt de Reestlandhoeve erkenning: ze werden in 2019 uitgeroepen tot beste wijngaard van Nederland.

Het wijnjaar 2023

2023 gaat de boeken in als een goed, maar ingewikkeld wijnjaar. Volgens Wilma is de bloei door de warme juni maand perfect verlopen en zijn de druiven goed afgerijpt door het zachte najaar. De druiven zijn echter minder zoet door tekort aan zonuren: ‘In noordelijke gebieden met minder zonlicht mag je druivensap aansuikeren. De suiker is niet alleen nodig voor de smaak, maar ook om alcohol te kunnen vormen. We overleggen met de wijnmaker over de wijn die nu in de vaten rijpt. We gaan af en toe proeven en beslissen dan of we bijvoorbeeld gaan blenden, dat wil zeggen wijn uit verschillende vaten gaan mengen. We hebben elk jaar maar één kans om het goed te doen en het blijft een puzzel. We willen de karakteristieke smaak van de Reestlandhoeve behouden, daarvoor komen wijnliefhebbers van heinde en verre naar ons toe.’


Tekstverwerking: Ageeth van der Lee, Omroep NOOS
Foto: De Reestlandhoeve

Gerelateerde berichten